Gemeente moet designprijs instellen
28 februari 2007 - Om de creatieve sector
te versterken moet Amsterdam een designprijs instellen. Dit zei
onderzoeker Robert Kloosterman gisteravond tijdens een lezing in
de Lutherse Kerk.
De
creatieve sector is volgens Kloosterman van belang omdat er in deze
sector wordt geconcurreerd op kwaliteit en nauwelijks op prijs.
Hij biedt steden als Amsterdam daarom een vorm van werkgelegenheid
die niet kwetsbaar is voor concurrentie uit lage lonenlanden.
Daar staat wel weer tegenover dat de creatieve sector nogal conjunctuurgevoelig
is.
In navolging van de Franse socioloog Pierre Bourdieu ziet Kloosterman
cultuur als een bron van subtiele codes waarmee de elite zich onderscheidt
van de wannabees. Als atypisch voorbeeld noemde hij musicalproducent
Joop van den Ende, die zijn gloednieuwe gele Mercedes zou hebben
verkocht nadat hem was verteld dat deze helemaal fout was.
Meestal gaat het iets subtieler. Zo is het voor beginnende architekten
belangrijk om de juiste bril te dragen, de juiste boeken te lezen
en de juiste wijn te drinken. De kennis hierover doen ze op door
met collega’s te roddelen in bepaalde cafés en galeries.
Het belang van zulke lokale voorzieningen is één
van de redenen waarom de creatieve sector sterk is geworteld in
specifieke steden. Een andere reden is dat steden als kwaliteitsmerk
worden gezien. Zo worden Rotterdammers internationaal geassocieerd
met gedurfde architectuur.
Amsterdam heeft volgens Kloosterman internationaal een sterke positie
als het gaat om reclame, design en uitgeverijen. Volgens O+S zijn
er ruim 30.000 Amsterdammers werkzaam in de creatieve sector.
Hoewel het volgens Kloosterman een dynamische sector is, waarin
veel nieuwe bedrijfjes worden opgericht, ziet hij ook bedreigingen
voor de positie van Amsterdam. Zo is de stad eigenlijk te klein
om talent vast te houden, waardoor talent weglekt naar steden als
Londen en New York.
Intellectueel Paul Scheffer, die op de lezing van Kloosterman mocht
reageren, suggereerde dat de oplossing er misschien uit bestaat
om de Randstad meer als één stad te gaan zien. De
omvang van de Randstad is immers vergelijkbaar met die van echte
wereldsteden.
Kloosterman had hier zijn bedenkingen bij. Binnen de creatieve
netwerken zijn de face-to-face contacten erg belangrijk
en dat heb je niet zo gemakkelijk met iemand uit Den Haag.
Een ander zwak punt is dat er in Amsterdam te weinig kritische
consumenten wonen, terwijl een kritische thuisbasis juist van belang
is om te zorgen dat mensen met creatieve beroepen voortdurend worden
gedwongen om uit te blinken. Zo wees Kloosterman erop dat er in
Amsterdam nauwelijks een kritische markt is voor modeontwerpers.
Dit was eerder al eens opgemerkt door een reisgids,
die aanvoerde dat Nederlandse modeontwerpers internationaal weliswaar
‘the hottest thing going’ zijn, maar dat hun eigen landgenoten
ze niet op waarde weten te schatten.
Kloosterman maakte zich ook zorgen over de toenemende xenofobie
in ons land, omdat instroom van migranten van groot belang is voor
de vitaliteit van de creatieve sector.
Scheffer, die ooit het startschot heeft gegeven voor het doemdenken
over de multiculturele samenleving, opperde dat we de verkeerde
migranten aantrekken. De Aziatische high potentials laten
ons links liggen, en in plaats daarvan zitten we opgescheept met
laag opgeleide migranten waar we weinig aan hebben.
Kloosterman nuanceerde dit. Hij wees erop dat juist de Marokkanen,
de groep die het vaakst negatief in het nieuws komt, erg succesvol
zijn in de literatuur.
De onderzoeker waarschuwde voor steden die denken dat ze vanuit
het niets een creatieve sector uit de grond kunnen stampen. Wel
zijn er mogelijkheden om datgene wat er al is, te versterken.
Zo kunnen prijzen en competities een belangrijke rol spelen. Niet
alleen bieden deze een kans aan startende creatieve ondernemers
om door te breken. Ook zorgt de deelname aan jury’s ervoor
dat de netwerken binnen de creatieve sector worden versterkt.
Kloosterman vond daarom dat de gemeente een designprijs in zou
moeten stellen.
Hij kreeg indirect steun van een Haarlems raadslid, die erop wees
dat bijna alle succesvolle Marokkaanse schrijvers voortkomen uit
de El Hizjra literatuurprijs.
Hetzelfde raadslid vroeg zich overigens enigszins vertwijfeld af
wat hij nu moet vinden van het masterplan waarmee zijn gemeente
een creatieve sector uit de grond wil stampen, nu Kloosterman had
uitgelegd dat dit soort initiatieven vaak kansloos zijn.
De lezing van Kloosterman vormt onderdeel van de serie Amsterdamlezingen
georganiseerd door de Universiteit van Amsterdam.
Nieuws uit Amsterdam ontvangen? Klik
hier
|