OPINIE
‘Geen terreurnostalgie bij IS’
19 juni 2007 - Sociale bewegingen moeten afstand
nemen van de Internationale Socialisten (IS), vanwege hun sympathie
voor geweld en conservatieve islamisten. Dit schreef Koen Vink in
een opiniestuk dat stof deed opwaaien. Namens de IS reageert Peyman
Jafari.
Zie ook: Actiegroepen
in de clinch over geweld; Eurodusnie: Een steen
in de vijver
Peyman Jafari*
We zijn uiterst verbaasd over het artikel van Koen Vink in het
blad van Milieudefensie (juni 2007) en onaangenaam verrast dat dit
blad zich verlaagt tot het niveau van Fortuynistische weblogs waarin
men fanatiek tegen de 'Linkse Kerk' strijdt.
Een van de belangrijkste doelen van het Nederlands Sociaal Forum
(NSF) en andere samenwerkingsverbanden waarin we ons inzetten, is
het bevorderen van gezamenlijke activiteiten en discussie tussen
organisaties en individuen die naar een betere wereld streven. Die
discussie mag en moet kritisch gevoerd worden. Dat geldt ook in
het debat over de strategie van de andersglobaliseringsbeweging.
Het artikel van Vink is echter geen bijdrage aan een constructieve
discussie, maar een doorzichtige poging om met leugens en insinuaties
verwarring en verdeeldheid te zaaien. Met dezelfde retoriek als
Bush (‘in deze tijd van terrorisme’), waarschuwt hij
de ‘gematigde’ organisaties voor een deel van de andersglobaliseringsbeweging
dat geweld zou prediken. Zijn fatwa luidt: de andersglobaliseringsbeweging
moet 'schoon schip' maken.
Het zou te veel ruimte innemen om alle leugens van Vink te weerleggen.
Achter zijn tirade tegen ‘geweld’ en de Internationale
Socialisten (IS) schuilt een bepaalde visie over hoe de andersglobaliseringsbeweging
eruit zou moeten zien. In zijn visie is er geen ruimte voor ‘extreem
linkse clubs’ die een fundamentele kritiek geven op kapitalistische
globalisering en zich verzetten tegen ‘de oorlog tegen terrorisme’.
Deze zouden de ‘gematigde’ organisaties voor de voeten
lopen en het ‘imago van de beweging’ beschadigen. We
nemen aan dat dit ‘imago’ vooral belangrijk is om aan
de tafel van regeringsleiders en het bedrijfsleven een plekje te
kunnen veroveren. Het als ‘terreuradvocaten’ afschilderen
van de IS en anderen is een weerzinwekkend middel van Vink om de
beweging naar zijn eigen inzicht te ‘hervormen’ (lees
zuiveren).
EENHEID IN DIVERSITEIT
Wat de andersglobaliseringsbeweging kenmerkt is de kritiek op de
neoliberale politiek die winst boven mensen plaatst. Na de aanslagen
van 11 september 2001 heeft de beweging zich ook sterk ingezet tegen
de ‘oorlog tegen terrorisme’. De grootste wereldwijde
demonstratie ooit vond plaats op 15 februari 2003, toen naar schatting
35 miljoen mensen over de hele wereld protesteerden tegen de Irak-oorlog.
In de afgelopen jaren is de beweging uitgegroeid tot een belangrijke
politieke factor, allereerst door een serie van protesten en in
sommige landen, zoals in Latijns Amerika, sociale opstanden. Het
is dan ook misleidend om de beweging gelijk te stellen aan de sociale
fora zoals Vink doet. Er zijn bijvoorbeeld ook in Nederland organisaties
die niet aan het NSF deelnemen, maar die tot de beweging behoren.
Het Wereld Sociaal Forum en het NSF zijn slechts ruimtes waarin
diverse organisaties en individuen bij elkaar komen om van elkaar
te leren, acties en campagnes te plannen en met elkaar in discussie
te gaan over strategie en alternatieven.
TERREURNOSTALGIE?
Vink meent in deze discussies over strategie een 'terreurnostalgie'
te beproeven. Hij probeert de protesten zoals recentelijk in Rostock
tegen de G8 te criminaliseren door te spreken van ‘knokploegen
in de flank van vreedzame protesten’ en beweert dat het hek
om Heiligendamm ‘de creatie van de andersglobalisten zelf’
was. Zijn bewijs voor de ‘terreurnostalgie’ binnen de
beweging vormt een link op de website van de organisatie van de
demonstratie in Rostock naar een website met een muziekstukje waarin
een citaat van RAF-lid Meinhof voorkomt. Is dit een bewijs voor
de ‘terreurnostalgie’ die binnen de beweging zou leven
of voor de poging van Vink om de beweging hoe dan ook met terrorisme
in verband te brengen? Op de alternatieve top tijdens de G8 in Rostock
en de vele sociale fora woeden er zeker discussies over of en hoe
de machtsstructuren van het systeem geconfronteerd moeten worden.
Maar geweld en terrorisme horen niet tot de antwoorden. Ook tijdens
de protesten in Rostock en elders waar de politie intimiderend en
provocerend aanwezig was (bijvoorbeeld door de inzet van infiltranten)
hebben we er steeds voor gepleit om ons als beweging niet te laten
provoceren en een strategie van sociale verbreding te kiezen.
GEWELD
Vink richt zijn pijlen ook op de Nederlandse beweging en met name
de Internationale Socialisten, die ‘sympathie met geweld’
en ‘terroristische organisaties als Hamas en Hezbollah’
zou koesteren. Ook hier is Vink zeer fantasierijk. Hij haalt IS-lid
Miriyam Aouragh aan die bij ‘Yassins herdenking’ zei:
‘Verzet tegen de bezetting is legitiem en verdient alle mogelijke
steun uit Nederland’ en hij trekt zelf de conclusie dat ‘in
die context dat neer komt op het goedpraten van zelfmoordaanslagen
op gewone burgers. Aouragh wil "één democratische
staat" voor Joden, Arabieren en moslims (sic, moet zijn christenen):
exit Israel dus’. Ten eerste protesteerde de IS tegen de liquidatie
van Sheikh Yassin (Hamas-leider) door de Israelische staat. Je hoeft
geen sympathisant te zijn van Yassin om tegen de liquidatiepolitiek
van Israel te protesteren zoals zelfs vele regeringsleiders in die
tijd deden.
Ten tweede betekent het recht op verzet op geen enkele manier ‘het
goed praten’ van terrorisme. Wij vinden het inderdaad een
recht van elk volk wiens land bezet wordt om zich te verzetten tegen
de bezettingstroepen, indien noodzakelijk ook gewapend. Dit recht
wordt ook door de VN erkend en is verankerd in artikel 1(4) van
het Protocol I van de Geneefse Conventie. Om die reden hebben we
ons afgelopen zomer niet alleen uitgesproken tegen de aanvallen
van Israel op Libanon, maar ook voor het recht van de Libanezen
om zich tegen die aanvallen te verdedigen. De Libanese Hezbollah
stond aan de frontlinie om de Israelische troepen terug te dringen
uit Libanees grondgebied en ontleent hieraan zijn populariteit bij
het overgrote deel van de bevolking. Onze politiek ligt mijlenver
van die van Hezbollah, maar dat mag geen reden zijn om Hezbollah
het recht te ontzeggen op de verdediging van hun huizen, scholen
en straten.
Ten derde is de politieke oplossing die wij voor de bezetting van
Palestina aandragen een hele simpele. Vrede zonder rechtvaardigheid
zal nooit duurzaam zijn. Dat betekent recht op terugkeer van de
Palestijnse vluchtelingen, een einde aan de bezetting en één
democratische staat voor alle inwoners van het huidige Israel, Gaza
en de Westelijke Jordaanoever. Politieke constructies zoals ‘Israel’
of welke staat dan ook zijn voor ons minder waard dan het geluk
van de mensen die in zo'n constructie moeten leven. Het Zuid-Afrikaanse
apartheidsregime verdween ook toen de zwarte en witte bevolking
gelijke rechten kregen, en er ontstond een nieuwe staat. Waarom
dat bij Israel onaanvaardbaar zou zijn, moet Vink maar aan ons uitleggen.
In tegenstelling tot wat Vink wil doen geloven, staan de IS met
deze stellingnames niet alleen binnen de beweging. Zie voor vergelijkbare
standpunten de artikelen van Noam Chomsky (die vorige zomer een
bezoek bracht aan de Libanese Hezbollah), Walden Bello en Gilbert
Achcar en de Verklaring van Sociale Bewegingen die op diverse WSF's
zijn aangenomen.
MOSLIMS
Het opkomen voor moslims die in deze tijd door Wilders en consorten
gestigmatiseerd worden, is blijkbaar een reden om aangevallen te
worden door ‘progressieven’ zoals Vink. Hij verwijst
naar de campagne Stop de hetze/Samen tegen Racisme die de IS na
de moord op Van Gogh hielpen initiëren en beschuldigt ons van
het ‘opstoken van de veenbrand van deze tijd’. Wat Vink
verzwijgt is dat in de maanden na de moord op Van Gogh bij vele
islamitische scholen en moskeeën brandstichtingen plaatsvonden
en velen enkel om hun islamitische geloof het slachtoffer werden
van bedreigingen en geweld. Sindsdien spreekt de Monitor Racisme
en Extreem Rechts van een nieuwe racistische trend gericht tegen
moslims. Om die reden hebben uiteenlopende mensen zoals Femke Halsema
van GroenLinks en Bert Bakker van D66 zich in die tijd achter de
campagne Stop de hetze geschaard.
Het zou een van de belangrijkste principes van progressieve mensen
moeten zijn om zich in te zetten tegen racisme in al zijn vormen,
zoals anti-semitisme en islamofobie. We zijn er dan ook trots op
om, vaak tegen de stroom in, op te komen voor de leden van een bevolkingsgroep
die in de afgelopen jaren uitgemaakt zijn voor ‘geitenneukers’
en ‘terroristen’ en die geweigerd worden voor banen
en stageplekken. We nemen het op de koop toe dat Wilders over ons
kamervragen stelt en dat Vink in diens geest, in een poging om mensen
met een andere politieke visie dan de zijne te stigmatiseren, zelfs
zo ver gaat om ons in verband te brengen met Al Qaeda. We doen dit
ook vanuit de overtuiging dat progressieve ideeën meer terrein
zullen winnen ten koste van fundamentalistische stromingen, als
seculier links erin slaagt om juist met moslims een gemeenschappelijke
grond te vinden op basis van de strijd tegen oorlogen en racisme.
VAN PROTEST TOT VERANDERING
Het is zeer opmerkelijk dat iemand die geen enkele rol in de opbouw
van de andersglobaliseringsbeweging gespeeld heeft, nu als een deus
ex machina op het toneel verschijnt om niet alleen anderen de les
te lezen maar voor te schrijven wie in de beweging wel of niet thuis
hoort. Het lijkt ons geen constructieve houding. Wat als wij zouden
weigeren met bijvoorbeeld Milieudefensie aan tafel te zitten omdat
deze organisatie op haar debatten racistische partijen zoals EEN.NL
(‘islamisering van Nederland’ = ‘de opkomst van
nazi’s’) uitnodigt? Als deze weg ingeslagen wordt, kan
de beweging uiteen vallen in een groot circus van sektarisch gekissebis.
Dit is precies wat Vink voor ogen heeft.
De andersglobaliseringsbeweging heeft te belangrijke uitdagingen
om in te gaan op de uitnodiging van Vink. Na jaren van massale protesten
zijn veel ideeën van de beweging gemeengoed geworden onder
brede lagen van de bevolking. Tegelijk dendert de neoliberale trein
door en bedreigt de levens van miljoenen mensen en de toekomst van
onze planeet.
Klimaatverandering is bijvoorbeeld een urgent en groot probleem
dat onmiddellijke maatregelen vereist die de CO2-uitstoot drastisch
verminderen. De andersglobaliseringsbeweging kan zich niet meer
beperken tot protesten en heeft nieuwe strategieën nodig om
reële veranderingen te realiseren. In de komende tijd zullen
we onze energie moeten investeren in het creëren van levendige
campagnes rond de diverse thema’s van de beweging en gezamenlijke
discussies over hoe we deze campagnes kunnen versterken en aan elkaar
kunnen verbinden. Net als in voorgaande jaren zullen we samen met
anderen ons voor deze uitdagingen inzetten.
* namens het bestuur van de Internationale Socialisten
Nieuws uit Amsterdam ontvangen? Klik
hier
|